Esther 6:6

SVAls Haman ingekomen was, zo zeide de koning tot hem: Wat zal men met dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft? Toen zeide Haman in zijn hart: Tot wien heeft de koning een welbehagen, om [hem] eer te doen, meer dan tot mij?
WLCוַיָּבֹוא֮ הָמָן֒ וַיֹּ֤אמֶר לֹו֙ הַמֶּ֔לֶךְ מַה־לַעֲשֹׂ֕ות בָּאִ֕ישׁ אֲשֶׁ֥ר הַמֶּ֖לֶךְ חָפֵ֣ץ בִּיקָרֹ֑ו וַיֹּ֤אמֶר הָמָן֙ בְּלִבֹּ֔ו לְמִ֞י יַחְפֹּ֥ץ הַמֶּ֛לֶךְ לַעֲשֹׂ֥ות יְקָ֖ר יֹותֵ֥ר מִמֶּֽנִּי׃
Trans.wayyāḇwō’ hāmān wayyō’mer lwō hammeleḵə mah-la‘ăśwōṯ bā’îš ’ăšer hammeleḵə ḥāfēṣ bîqārwō wayyō’mer hāmān bəlibwō ləmî yaḥəpōṣ hammeleḵə la‘ăśwōṯ yəqār ywōṯēr mimmennî:

Algemeen

Zie ook: Haman, Hart (lichaamsdeel)

Aantekeningen

Als Haman ingekomen was, zo zeide de koning tot hem: Wat zal men met dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft? Toen zeide Haman in zijn hart: Tot wien heeft de koning een welbehagen, om [hem] eer te doen, meer dan tot mij?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יָּבוֹא֮

ingekomen was

הָמָן֒

Als Haman

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zo zeide

ל

-

וֹ֙

-

הַ

-

מֶּ֔לֶךְ

de koning

מַה־

tot hem: Wat

לַ

-

עֲשׂ֕וֹת

doen

בָּ

-

אִ֕ישׁ

zal men met dien man

אֲשֶׁ֥ר

tot wiens

הַ

-

מֶּ֖לֶךְ

de koning

חָפֵ֣ץ

een welbehagen heeft

בִּ

-

יקָר֑וֹ

eer

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

Toen zeide

הָמָן֙

Haman

בְּ

-

לִבּ֔וֹ

in zijn hart

לְ

-

מִ֞י

Tot wien

יַחְפֹּ֥ץ

heeft

הַ

-

מֶּ֛לֶךְ

de koning

לַ

-

עֲשׂ֥וֹת

te doen

יְקָ֖ר

om eer

יוֹתֵ֥ר

meer

מִמֶּֽנִּי

dan


Als Haman ingekomen was, zo zeide de koning tot hem: Wat zal men met dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft? Toen zeide Haman in zijn hart: Tot wien heeft de koning een welbehagen, om [hem] eer te doen, meer dan tot mij?


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!